Deze vergadering deden we de rondvraag, waarbij het de bedoeling is dat iedereen aan het woord komt om een vraag te stellen, een probleem te schetsen, een techniek in vraag te stellen.
Robert opende de vergadering met een beschrijving van de start van zijn nieuwe aquarium. Hierbij kwamen onder meer problemen kijken met de groeistart van pasgezette planten. Waarschijnlijk grotendeels aanpassingsproblemen van planten uit emerse cultuur, bovendien was er bijkomend een probleem van belichting, want de tweede set lampen voor het aquarium waren nog niet geleverd, hoewel anders beloofd?
Waarschijnlijk is de huidige belichting onvoldoende, gezien de problemen met een aanhoudend hoog nitraatgehalte. In principe dient een goede plantengroei een afname van nitraatconcentraties te veroorzaken, zeker in een aquarium waarin nog geen vissen aanwezig zijn. Het probleem was ook niet op te lossen door waterverversing met leidingwater, want daarin was ook 40 tot 50 mg/l aanwezig. Een waarde die door watermaatschappijen als zeer goed beschouwd wordt, het is echter niet toegelaten flesjes van zuigelingen hiermee te bereiden, dus zo gezond? Deze concentratie werd als potentieel dodelijk voor de vissen omschreven, maar dat lijkt wat overtrokken: niet dat het een ideale situatie is, maar in het aquarium van Bob kweken de Nematobrycons met succes bij een nitraatgehalte boven 200 mg/l. In de literatuur staat terecht vermeld dat nitraat en fosfaatwaarde liefst zo laag mogelijk dienen te zijn.
Het gebruik van regenwater lijkt niet aangewezen in een gezelschapsaquarium, maar bij kweekvoorbereiding is het alleszins wel noodzakelijk voor sommige zachtwatervissen, we denken aan de discus en aan karperzalmpjes zoals de neons.
Als volgende stap gaat Robert de platy’s en black molly’s die Jean meebracht -na overwennen- in het aquarium inbrengen. Ik hoop dat hij de evolutie van zijn aquarium goed blijft noteren, we zullen er ongetwijfeld nog veel van kunnen leren.
Walter vraagt of waterstofperoxide inderdaad zo goed werkt bij de bestrijding van blauwalgen, en of het een onschadelijk middel is. Gezien het gegeven dat blauwalgen meestal voorkomen in aquaria met een hoog gehalte aan organisch materiaal – aquaria die recent opgestart zijn of aquaria waarbij de bodem begint te vervuilen – is het nogal logisch dat een oxidatie bevorderende substantie verbetering brengt. De verhoging van de zuurstof zorgt voor een efficiëntere afbraak in de filter. Waterstofperoxide is ook een ontsmettende stof, maar dit is slechts bij hogere dosering, de 3% oplossing is beter bekend als zuurstofwater. Tot mijn jammerlijke ervaring blijkt de dosering van H2O2 cruciaal, bij overdosering zal schade optreden bij de vissen, in later fase ook bij de planten in het aquarium. Een elegante manier is de toepassing van een “Oxidator” al dan niet van eigen makelij, die voor een voortdurende, maar trage dosering moet zorgen. Zo kunnen een aantal problemen voorkomen worden.
Hij wens ook te kweken met zijn Papiliochromis? Microgeophagus? ramirezi. Dat blijkt niet zo eenvoudig, en al helemaal niet in een gezelschapsaquarium. Adviezen: om te beginnen een potentieel koppel of kweekgroepje apart zetten in een kweekbak(je), na goede, rijke voedering om eiaanzet te bekomen, dan de waterwaarden aan te passen, zodat regenseizoensveranderingen plaatsvinden: het water mag wat warmer, wat zachter, wat zuurder. Hoeveel? Dat is voorzichtig uit te testen.
Peter heeft vragen bij de toepassing van de gistfles om CO2 toe te dienen. Hij is aan zijn 4de fles toe, zijn planten doen het voortreffelijk. De gistfles heeft in vergelijking tot de drukfles nogal wat voordelen. De prijs van de constructie en toediening is bescheiden in vergelijking met de voorraadflessen, drukverminderaars en doseersystemen. De dosering is eenvoudig en geeft zeer zelden aanleiding tot overdosering. Bovendien is de prijs per gram geproduceerd of aangekocht koolzuur quasi gelijk -zonder rekening te houden met de kost van de installatie- met toch een licht voordeel voor eigen productie. Niets dan voordelen dus. De kleine hoeveelheden alkoholdamp die eventueel het aquarium zou kunnen bereiken stelt helemaal geen probleem.
Karel bracht een pH meter mee, een waterdicht model met temperatuursonde en meetelectrode voor conductiviteit. Hij had ook de ijkvloeistoffen mee, echter geen recipient om de sonde in te dompelen. De secretaris zal zich over het toestel ontfermen en dit ijken, zodat het gebruiksklaar is. Het uiteinde van de pH sonde dient steeds vochtig worden gehouden, bij voorkeur met een bewaarvloeistof, nooit met gedistilleerd water.
Karel slaagt er niet in om zijn Odessabarbeeltjes te laten afleggen, niettegenstaande alle goede zorgen. Na bespreking wordt vermoed dat de visjes te oud zijn en met verharde, versteende kuit zitten. Jean merkt terecht op dat je een kweekpoging best met jong-volwassen vissen doet.
Swa heeft klein levend voer nodig voor zijn labyrinthvisjes, en wil weten of de kweek van watervlooien binnenshuis mogelijk is. Hij ziet het namelijk niet zitten om eventuele vuiligheid uit de grachten en vennen in zijn aquarium los te laten. De watervlooitjes en daphnia uit onze plassen zijn echter minder geschikt voor huiskamerkweek. Wel is er een japanse watervlo die deze hogere temperaturen verdraagt, de vraag blijft of deze hier te vinden is. Buitenshuis kan je vlot watervlooien kweken in metserskuipen of kleine vijvers. Deze kunnen best gevoed worden met microalgen (groen water), gedroogde algen of gist. We steeds in beperkte hoeveelheden, zodat de kultuur niet ?omslaat?.
Bij Nick legt het Discuskoppel mooi eieren af, maar deze schimmelen. De vissen zitten in Pidpawater. Navraag bij Annie (van de Discusvrienden) leert dat de kweek in AWW water lukt, maar met een beperkt rendement, ook dan schimmelen heel wat eitjes. Voor een betere opkomst is het wenselijk de koppels over te wennen naar zachtere waterwaarden, door geleidelijke toevoeging van osmosewater. Aangezien het water in Brasschaat harder is dan bij ons in Antwerpen?
Martine kampt met vertroebeling van het water in haar aquarium, de pH evolueert snel naar 5. Het (tijdelijke) aquarium bevat relatief (te) veel vis, waardoor de carbonaathardheid snel vermindert. De enige oplossing is een zeer regelmatige, ruime waterverversing. Bovendien kan met een voorfilter (een vuilklok, of een afgesneden colafles aan de aanzuigbuis van de potfilter) de vervuiling van de filter beperkt worden. Met dagelijks uitspoelen van de watten in de voorfilter kan zo heel wat vervuiling uit het water gehaald worden voor de eigenlijke afbraak begint.
Julienne vertrouwde ons toe dat ze geen problemen heeft met vissen of visbakken. Gelukkig maar voor Jos!
Magda nodigde de nieuwe leden uit om in Edegem op bezoek te komen. Ze zullen er met open armen ontvangen worden en met raad en daad bijgestaan..
Erik had ook een vraag of opmerking, maar ik kan helaas mijn nota’s niet meer ontcijferen, en tot overmaat van ramp laat mijn geheugen me in de steek, waarvoor mijn excuses.
Rudy plaatste een mooi gezelschapsaquarium bij de Discusvrienden in Feestzaal Kielpark, hij nodigt de clubleden uit samen een bezoek te brengen op zaterdag. Bovendien heeft Zoo Zajac daar een stand, waar aan beursprijzen (nog lager dan in de catalogus) koopjes kunnen gedaan worden.
Jos heeft problemen met planaria. Blauwe spat blijkt deze ondieren niet steeds te lusten. Hij heeft de platwormen ten dele uitgevangen met een stukje vlees in een potje, de rest kon met Schneckopur geliquideerd worden. Let wel op dat dit product dodelijk is voor alle lagere dieren in de bak: slakken en garnalen inbegrepen.
Jef heeft niet echt problemen, maar vraagt zich af of er een goede methode is om zelfgemaakt diepvriesvoer te ontdooien. De meest gebruikte methode is het gebruik van een artemiazeef, al dan niet onder stromend water, maar ook in een potje water is mogelijk. Hij gebruikt regelmatig zout (tot 1 kg op iets meer dan 500 liter: dit is 2 promille of 0.2%) in zijn Mbuna-aquarium, en vraagt zich af of de planten daar tegen kunnen. Voor Vallisneriasoorten is dat geen probleem, ook javavaren en anubias zijn mogelijk, maar deze laatste zijn wel niet biotoopeigen.
Jean wou voor de preventie van schimmelende eitjes gebruik maken van de combinatie van biologische en chemische methoden. Positief is dat er geen schimmel op de eitjes van de minors kwamen zodat deze goed ontwikkelden. Helaas waren de garnalen niet bestand tegen de toegediende hoeveelheid acriflavine, en hebben ze het leven gelaten. De lagere dieren in het aquarium blijken eens te meer zeer gevoelig voor het gebruik van chemische stoffen in het aquarium.
Zelf had ik een verslag ontvangen van een eigenaar van een zwemvijvers, die problemen had met draadalg, hoewel zijn filtersysteem en moeraszone het schitterend deden. Je kan dan wel zeggen dat draadalgen wijzen op een goede waterkwaliteit, maar daar heb je niet veel aan als je na een frisse duik bovenkomt als groen moerasmonster. In ieder geval was na twee weken gebruik van een ultrasoon algbestrijdingstoestel het algenleed geleden. En blijkbaar bestaan er ook versies voor aquariumgebruik.
Met nog wat nababbelen eindigde hiermee de eerste rondvraag.