Niettegenstaande de bedoeling een video af te spelen, hebben we deze vergadering door gebrek aan televisietoestel noodgedwongen moeten omvormen tot babbelvergadering.

Onze voorzitster, Cathy zetten de aanwezigen aan om met de kweek van planten te beginnen en er werd ook een vraag gericht naar de aanwezige leden om prijzen die voor de tombola kunnen dienen mee te brengen.

Een rondvraag leverde dan volgende reacties:

Robert gaf een stand van zaken over de opstart van zijn aquarium: de botia’s lusten slakjes, maar niet alle soorten worden even goed opgespoord. Het algenprobleem wordt beperkt door het verminderen van de dagelijkse dosis voeder met twee derde. De visjes gaan nu ook algjes knabbelen. De pH staat op 6.8, weliswaar manueel geregeld, want de bestelde koolzuurinstallatie is nog steeds niet geleverd. De planten doen het goed, de draadalgen floreren, maar de nitraatwaarden blijven ondanks alles hoog. Of diepvriesvoer of droogvoer meer aanleiding zou geven voor alguitbraak is onduidelijk, wel is een teveel aan voedsel frequent de oorzaak van problemen.

Dirk vertelt ons over zijn vijver van 12 m diameter, hoe de 100 kg zware folie geplaatst werd na het uitgraven van de vijver, die nu bezet is met verschillende soorten goudvissen en koi?s. Hij beschouwt de bezoeken van de reigers aan zijn vijver niet als een probleem, integendeel, door het uit de vijver halen van viseitjes en deze in een metserston op te kweken en na opgroeien in de vijver uit te zetten, zorgt hij voor een aanvulling van het reigermenu. Liever dat dan een vijver omspannen met allerlei draden en sproeitoestellen.

Jef laat de vijverpomp s’winters draaien, hij heeft weinig problemen in de vijver, enkel wat draadalgen. Zijn Shubunkin blijven in de winter in de vijver en in het voorjaar laat hij ongeveer 1000 liter leidingwater bij in de vijver lopen om de hardheid op peil te brengen.

Jean heet een polyestervijver met een diepte van 50 cm, deze wordt gefilterd via een milieubox, zodat deze milieuvriendelijk wordt gebruikt en deze vijver is het speelterrein van salamanders en kikkers.

Rudi heeft een kweek van axolotls, de eitjes zijn uitgekomen, hij voert artemianauplieën, maar toch schijnen de larfjes te sterven.

Het basisprobleem bij de kweek van deze diertjes is dat de larfjes levend voer, van aangepaste grootte moeten krijgen. Na de eerste dagen uit het ei beginnen ze artemia te eten, maar na een tot twee weken moeten ze kunnen overstappen naar stevigere, lees grotere kost. Dat is de periode van cyclops en daphnia. Eens ze deze periode overbrugd hebben gaan ze zich tegoed doen aan rode vers en enchytreeën, waar we veel eenvoudiger kunnen aangeraken. Nadien zullen ze zelf niet-bewegende voedselsoorten tot zich nemen, hoewel ze graag voeder van de pincet aannemen.

Volgende babbel besteden we opnieuw aandacht aan de problemen die we in de praktijk tegenkomen.
Ortwin

Verslag van de vergadering van 24 januari 2006