Anubias barteri var. nana of het dwergspeerblad is voor het eerst beschreven als Anubias nana in 1899 door de botanicus Engler, die de plant aantrof langs rivieren en op schaduwrijke plaatsen in moerassig oerbos in Kameroen. Door de groeiplaats in duistere bossen werd de soort Anubias genoemd naar de Egyptische god van de onderwereld Anubis.
De plant behoort tot de familie van de Araceae of Aronskelkachtigen. Het verspreidingsgebied ligt in tropisch West-Afrika ( Nigeria, Gabon, Kameroen ).
Het is een rozetplant, met een dikke kruipende wortelstok, waarop gesteelde bladeren staan. Deze stevige, donkergroene bladeren hebben een leerachtige consistentie en zijn wisselend van vorm, meestal echter spits eirond. Het is een moerasplantje dat zo’n 10 cm hoog wordt. In emerse cultuur, bij daglicht en met een straaltje zon kan de plant in bloei komen. Dan zien we een bloeiwijze op een ongeveer 10 cm lange steel met een bovenaan openstaande bleekgroene spatha (schutblad) van 2 cm lengte en een ongeveer 1 cm lange spadix of bloeikolf.
De verzorging van de plant is eenvoudig, het is een sterke plant die een brede waaier van waterkwaliteiten aankan als we erop letten de wortel en wortelstok niet te beschadigen bij het planten. Daarbij dient de wortelstok boven het zand of grind te blijven. Als moerasplant is dwergspeerblad ons dankbaar voor enkele stukjes leem of klei in de bodem en voor een relatief goede groei horen ook CO2 en warme voeten erbij.
Een matige belichting van 30 Watt per 100 liter dient de plant te behoeden voor bealging. De watertemperaturen hangen tussen 22 en 28 °C, de carbonaat hardheid mag variëren tussen 2 (zacht-zuur) en 18 °dKH (hard) en de pH dient zich tussen 6.0 en 7.5 te bevinden. Bij een CO2 waarde van 30 mg/l zal de plant ons belonen met een gestage bossige groei.
Voor de vermenigvuldiging maken we gebruik van zijscheuten op de wortelstok en bij het opdelen van de wortelstok kan op elk oog een jonge zijscheut ontstaan. Anubias nana is een trage groeier, dus is het wenselijk om voldoende planten in te zetten om snel een mooi groepje te bekomen. In de middenzone of op de voorgrond contrasteert Anubias mooi met lichtgroene planten bv. Sagittaria of Echinodorus tenellus of een straatje Heteranthera zosterifoliae.
Het enige nadeel van deze plant is de trage groeisnelheid, wat de plant onderhevig maakt aan bealging,? maar gelukkig zijn de taaie bladeren goed bestand tegen begrazing door Ancistrus of andere algeneters.? Diezelfde taaiheid maakt het dwergspeerblad een succes in cichlidenbakken.?