Wilfried Van der Elst, ons allen welbekend als spreker en als verzorger en inspirator van de aquaria van onze Antwerpse Zoo, kwam ons onderhouden over voeding van vissen.
Over licht schijnt alles gekend, intensiteit, kleur, spectrum, duur,? Over filters en filteren wordt aardig wat verteld, maar voeding voor vissen schijnt maar één regel te kennen:”zo gevarieerd mogelijk” en dat is moeilijker dan het lijkt.
Sommige vissen hebben levend voer nodig. Er wordt gezegd dat in de kweek levend voer noodzakelijk is, en toch gebruiken tal van kwekers met succes droogvoer voor hun kweekkoppels. Een pleidooi voor droogvoer.
Voeding hangt af van het aquarium. Is het bevolkt met algeneters of rovers? Of gaat het om een speciaalaquarium met bv. Killies? Sommige vissen hebben namelijk nood aan de levende enzymen van levend voer( dus niet ingevroren!)
Natuurlijke voeding, dat zijn toch insecten of larven, kreeftjes,… In de tropen echter zijn op de meeste plaatsen geen muggenlarven of watervlooien te vinden. Krill zwemt in volle zee, Mysis is een brakwatergarnaal, niet echt vergelijkbaar met de zoetwatergarnalen die in de tropennatuur voorkomen en een deel van de voeding uitmaken.
De acceptatie van het voer geeft weer welk voeder de vissen het liefste eten, niet noodzakelijk wat het beste is voor hun gezondheid. Van nature hebben nogal wat dieren de neiging om uit te kiezen wat (te)veel vet of calorieën bevat. Het is dus niet noodzakelijk de juiste manier om een goede (gezonde) keuze te maken.
Het belangrijkste gevaar dreigt met de eenzijdigheid. Door steeds hetzelfde te geven wordt de kans op bepaalde tekorten groter.
Hoeveel voeren?
De hoeveelheid voer dat gegeven wordt is dikwijls omgekeerd evenredig met de kennis van de verstrekker van het voer. Teveel voederen geeft aanleiding tot infusieontwikkeling, wat het water zuurstofarm maakt en tot vervuiling van het aquarium.
De beste manier van voederen is tweemaal daags een kleine hoeveelheid te geven, waarna de vissen blijven zoeken en een natuurlijker zoekgedrag ontwikkelen.
Bij de fabricatie van droogvoer worden door fragmentatie en vermenging alle voedingsstoffen homogeen verdeel in de vlokken of granulen. Het is dan ook van groot belang dat de componenten van de beste kwaliteit zijn, wat zijn weerslag heeft op de prijs. Als voorbeeld werden de spirulinavlokken gegeven, welke vlokken donkergroen moeten zijn, anders is de hoeveelheid algen verwaarloosbaar.
De samenstelling van vlokken of granulen wordt gegeven als het gehalte eiwit en vet. Vb. 43% eiwit, 35% vetten voor jonge visjes, die een snelle groei hebben. 52/13 is een sterk voer, daarvan mag niet teveel gegeven worden. Als onderhoudsvoer kan beter een voer met minder hoge waarden gegeven worden. Over de vetten is het laatste woord nog niet gezegd, verzadigde vetten uit warmbloedigen worden door de vissen niet goed verwerkt en kunnen tot leververvetting leiden. Het gehalte aan omega-3 vetzuren daarentegen is essentieel voor de gezondheid van de vissen, zeker van larfjes. Jammer genoeg zijn deze onverzadigde vetzuren gevoelig voor oxidatie, waarover verder meer i.v.m. de bewaring.
Vissen hebben eten nodig, echter veel minder dan wij wel denken. Het teveel gaat het aquarium belasten met organisch materiaal, stikstofverbindingen en fosfaten. Samengevat: een voer van hoogwaardige kwaliteit, aangepast aan de soort en goed verteerbaar zal onze vissen tegoed komen en het aquarium weinig belasten.
Doel van de voeding is energie leveren: om mechanische arbeid te verrichten, om de osmotische verschillen te kunnen handhaven en om de stofwisseling (groei, herstel van weefsels, weerstand tegen ziekten,…) te handhaven. Dit uit zich in het uitzicht van de vissen: convexe rugspieren, vaag zichtbare ribben, geen ingevallen ogen, goede buikvulling (niet moddervet!), goede groei.
Observatie van onze vissen is dus belangrijk, we moeten ook weten of al onze vissen aan hun trekken komen, anders moet er gericht gevoerd te worden, bijvoorbeeld snelzinkend granulaat of tablettenvoor Corydoras of vlokken die lang drijven voor oppervlaktevissen. “De vis moet léven in ons aquarium, niet overleven.”
Ziekten in verband met voedering staan meer in verband met overvoeding dan van ondervoeding. Wel is er dikwijls een gebrek aan bepaalde essentiële voedingsstoffen: bepaalde vitaminen, specifieke aminozuren, essentiële vetzuren,…
Hoofdprobleem is dat deze belangrijke voedingsmiddelen voldoende aanwezig zijn bij de productie, maar door ongunstige omstandigheden geïnactiveerd worden. Belangrijke factoren hierbij zijn achtereenvolgens vocht, warmte en licht. Hieruit blijkt dat de ideale plaats om je droogvoer waardeloos te maken voor de vissen op of nog beter in de lichtkap is.
De samenstelling van het voer is belangrijk: goed verteerbare eiwitten, vetten met vooral meervoudig onverzadigde vetzuren, koolhydraten onder de vorm van zetmeel en glycogeen, ballaststoffen als cellulose, lignine en chitine om de spijsvertering te regelen, vitaminen, en de noodzakelijke mineralen en spoorelementen.
Levend voer als gouden standaard is ook niet meer zo zeker. Indien afkomstig uit water met visbezetting zijn infecties met allerlei bacteriën en parasieten mogelijk. Wat erger is: toxicologische belasting met zware metalen, insecticiden en pesticiden is steeds mogelijk. De samenstelling m.b.t. voedingsstoffen is niet bekend en variabel in de loop van het seizoen. En bovendien vergt de verwerving van levend voer een hoge werk- en tijdsinvestering.
Belangrijk om te onthouden in het belang van de vissen: droogvoer is veilig bij verstandig gebruik. Geef niet teveel. Wissel af. Koop kwaliteitsvoer in beperkte hoeveelheden. (Betaal wat meer, voeder wat minder) Zorg ervoor dat het goed verpakt is zodat geen vocht of licht in de verpakking kan doordringen. Bewaar het voer op een koele plaats, dus zeker niet op of in de lichtkap.
Hierbij breekt de spreker een lans voor de grote firma’s als Tetra, Sera en OSI, die uitgebreide laboratoriumfaciliteiten hebben om de optimale voedingswaarde te bepalen, en voor Basleer, die de voeding van de Zoovissen sponsort.
En zo zijn we weer wat slimmer geworden wat de dagelijkse kost van onze visjes betreft, en moeten we ook geen complexen ontwikkelen over het potje droogvoer, zolang het maar niet op de visbak staat. Met oprechte dank aan Wilfried, voor een aangename en leerrijke avond.
Ortwin